, [], Leviticus 16: General Atonement; Ezekiel 12:1-2: The Rebellious House; Matthew 7:13-14:The Straight and wide gate
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Mensenkind! gij [1]woont in het midden van [2]een wederspannig huis, dewelke ogen hebben om te zien, en [3]niet zien, oren hebben om te horen, en [4]niet horen, want zij zijn een wederspannig huis. 1. Te weten in Chaldea onder de Joden, die met den koning Jojachin uit hun vaderland in Babylonie weggevoerd waren, onder wie, hoewel God de zijnen had, boven hfdst.11 vs.16,17, enz.; nochtans blijkt uit deze plaats, dat velen hunner ongelovigen en moedwilligen waren. 2. Zie boven hfdst.2 vs.5; alzo in het volgende. 3. Te weten inwendiglijk door den geest, om te bemerken welke straffen zij zelf geleden hebben en anderen nog te verwachten stonden, ten einde zij zich bekeren zouden. Vergelijk Jes.6:9, en Jes.42:18. 4. Dat is, niet geloven of gehoorzaam zijn, naar al de vermaningen en dreigementen, die God door zijne profeten hun gedaan heeft.